webkwestie

HERFST

Werkwijze paddenstoelen

  1. Je gaat samen met een maatje, die je zelf mag kiezen, onderzoeken welke paddenstoelen allemaal eetbaar zijn en welke niet. Onderzoek dit door verschillende website’s te nemen. Gebruik het liefst de links die we zelf meegeven, dit scheelt je een hoop zoek werk! Je schrijft 5 eetbare paddenstoelen op.

  2. Je kiest willekeurig 4 paddenstoelen die niet eetbaar zijn en je gaat deze helemaal onder de loep nemen. Je gaat onderzoeken hoe de paddenstoel eruitziet. Of hij eetbaar of giftig is. Waar hij het best groeit en onder welke omstandigheden. Je probeert zoveel mogelijk feitjes te verzamelen over de paddenstoel.

  3. Verplaats je in een kabouter en help je andere kaboutervrienden met het vinden van een goede nieuwe paddenstoellocatie om de nieuwe huisjes van je hele dorp te bouwen. Vermeld er ook bij in welke paddenstoel je graag willen zou wonen. Waarom juist die? Dit is een persoonlijke opdracht, geen groepswerkstuk.

  4. Ontwerp een groepsposter. Teken je nieuwe dorp met de brief waarin het avontuur staat wat de kabouters allemaal doorstaan hebben.

Zelf ons kabouter dorp maken!!

Vraag eerst aan je meester of juf of je de proef mag doen!

Wat heb je nodig:

  • Schone bak of emmer met dek-aarde er in

  • Dekaarde

  • Champignoncompost

  • Water

Vul de schone bak of emmer met dek-aarde.

Neem vervolgens een handvol champignoncompost uit de transparante zak, wrijf dit fijn tussen je handen en meng deze goed door de dekaarde.

Voeg hieraan de op uw eigen gebruiksaanwijzing aangegeven hoeveelheid water toe en meng het geheel (300 ml voor de middel en 500 ml voor de grote minicultures).

Open nu de grote transparante zak (van de champignoncompost) en vouw de bovenkant over de rand van de doos.

Maak het de bovenste laag van de compost mooi gelijk, losse stukken licht aandrukken.

Verdeel nu het mengsel van dekaarde, compost en water over de champignoncompost in de doos.

Dit gaat gemakkelijk door met gespreide vingers het mengsel te verdelen.

Zorg ervoor dat de laag overal ongeveer even dik is. Laat de dekaarde rul en losjes liggen, u mag deze niet aandrukken!

Je doet de deksel terug op de doos.

Dan zet je deze neer op een plaats waar het 20 tot 22 graden Celsius is.

(zo warm is het ongeveer in een klas, of in de huiskamer)

Maak na 3 dagen de doos weer open en geef een kleine hoeveelheid water.

Dit moet u goed verdelen over de gehele oppervlakte bijvoorbeeld met een plantenspuit.

Maak na 3 dagen de doos weer open en geef een kleine hoeveelheid water.

Dit moet u goed verdelen over de gehele oppervlakte bijvoorbeeld met een plantenspuit.

Zet nu het deksel zo op de doos dat de hoeken open blijven. Zet de doos op een plaats waar het ongeveer 18 graden Celsius is.

Vanaf nu moet u elke dag de dek-aarde nat maken met een beetje water en het deksel weer gekruist terugplaatsen.

Na ongeveer 14 dagen zullen er champignons ter grootte van een dikke erwt opstaan. U moet dan van bevochtigen overgaan op water geven.

Het is moeilijk aan te geven hoeveel water u precies moet geven, maar over het algemeen moet u proberen de dekaarde vochtig te houden.

Je kunt doorgaan met water geven totdat u begint te oogsten.

Tijdens het oogsten moet je geen water geven en het deksel helemaal van de doos verwijderen.

Je kunt naar eigen voorkeur champignons oogsten.

Als een oogst eraf is moet je binnen 1 tot 2 dagen de dek-aarde weer vochtig sproeien. De hoeveelheid water die hiervoor nodig is, is afhankelijk van de hoeveelheid geoogste champignons dus dit zult u zelf moeten invullen.

Meestal zullen 3 tot 4 sproeibeurten nodig zijn. Als de dekaarde weer vochtig is, kunt u weer overgaan op iedere dag bevochtigen en dit blijven doen tot de nieuwe oogst verschijnt. De cyclus herhaalt zich, u kunt weer hetzelfde doen als bij de vorige oogst.

Er komen telkens wat minder champignons op een oogst, u hoeft dan ook steeds minder water te geven. Na 3 tot 4 oogsten is een teelt meestal uitgeput, maar er zijn ook teelten bekend met 6 oogsten.

Zolang een teelt niet ziek wordt en er komen nog champignons kan men blijven oogsten.